Maar toch zijn er wel eens momenten (puur voedsel gerelateerd) waarbij ik denk ‘potverdikkie’. Zo ook wanneer ik op een feestje ben en op het punt sta een hap van mijn taartje – hallelujah – te nemen, wanneer iemand mij ineens aankijkt met een blik van zou je dat nou wel doen? Mezelf met mijn gebakje opsluiten op het toilet is dan eigenlijk wat ik dan het liefst zou willen doen, maar dat is een beetje raar.
Je niet zoveel aantrekken van de ander is natuurlijk een veel betere oplossing, maar dat vind ik niet altijd makkelijk. Dat andere mensen dat wel kunnen, vind ik ontzettend knap.
Zo was daar vroeger mevrouw Snoepkont, een vaste klant van de supermarkt waar ik werkte. Mevrouw had er haar dagelijkse ritueel van gemaakt alles te eten wat maar los en vast zat. Geen proefbordje was bij haar veilig. Ze hobbelde continue van de ene versafdeling naar de andere en als ze dacht dat niemand keek, pakte ze snel een handvol kaas, hamblokjes of stukken koek om vervolgens met een rotgang tussen de schappen te verdwijnen om met volle mond een nieuwe strategie te bedenken voor haar volgende graai poging. Dat kaas en koffie in de basis niet zo lekker combineert scheen haar niet te deren. En dat ze bij elk supermarktbezoek meer geld van mijn baas opat dan daadwerkelijk uitgaf aan boodschappen, kennelijk ook niet.
Het stelselmatig verstoppen van de proefbordjes wanneer we haar signaleerden, bleek de enige oplossing om haar te redden van obesitas en mijn baas van een faillissement. Na twee weken gaf ze het op. Arme mevrouw Snoepkont.
Gelukkig voor mij (ik hou ook nogal van snoepen) is er tegenwoordig op elk feestje ook groenvoer te vinden. Hartstikke lekker natuurlijk en bijkomend voordeel is dat geen mens mij jaloers of verontwaardigd aankijkt wanneer ik een schijfje komkommer in mijn mond stop. Enne… geen zorgen hè: pak gerust!
Reageren? Mail gerust naar info@verweijcopywriting.nl.
Voor het eerst verschenen in Alphens Nieuwsblad op 03-10-2018