Marie-Jose Column Alphens Nieuwsblad
Nu de schoolvakantie bijna is afgelopen, hebben veel mensen de neiging om schoon schip te maken. Facebook puilt uit van de aangeboden televisiekastjes, tweedehands schoenen en babykleertjes. Uiteraard te koop voor een vriendenprijsje.

Ook ik kan deze opruimdrang niet weerstaan nu het ‘gewone leven’ weer bijna gaat beginnen. Na het plaatsen van wat advertenties op Marktplaats, loop ik door het huis om oude spullen te verzamelen. In elke kamer kom ik wel iets tegen dat kapot of ongebruikt ligt te wachten op een nieuwe bestemming.

Ik laad de spullen in de auto en probeer mijn plek achter het stuur in te nemen. Wanneer ik mijn rugleuning rechtop zet en mijn hoofd een beetje kantel, ben ik prima in staat de auto veilig te besturen.

Tien minuten later bereik ik – mijn nekspier protesteert inmiddels hevig – het terrein van Eco Limes, waar het net voor sluitingstijd uitzonderlijk rustig is. Slechts vier andere auto’s schuiven in rustig tempo van de ene container naar de andere.

Ik parkeer de auto op een strategische plek en ga aan de slag. Ik loop eerst naar de Kringloop waar ik twee spelletjes en een vaas afgeef. Vervolgens laat ik mijn lege batterijen bij de daarvoor bestemde balie achter. Het echte werk kan nu beginnen: ik laat met een tevreden gevoel de lege flessen in de glascontainer kapot kletteren, stop plastic in een grijze kar en gooi een grote stapel karton met een enorme zwieper over het randje van container 8. Wanneer ik tot slot met veel moeite het defecte fitnessbankje over de rand van container 10 weet te krijgen, geniet ik van het enorme kabaal van neerkomend ijzer op de bodem van de bak. Heerlijk!

Met een voldaan gevoel – en stiekem ook het gevoel een trouwe vriendin van moeder aarde te zijn – loop ik met lege handen terug naar de auto. Je zou toch bijna de zorgverzekering adviseren mensen te verplichten minstens één keer per maand een bezoek te brengen aan de stortplaats, puur uit therapeutische overwegingen.

Alsof aangestuurd door een onzichtbare kracht – alleen een doorbrekende zonnestraal op mijn tevreden gezicht ontbreekt nog – klinkt er plotseling vrolijk gezang vanuit de container met opgestapeld witgoed. Op theatrale wijze brengt één van de medewerker een Hollands lied ten gehore. Zijn stem weerkaatst hard tegen de stalen wanden. Lachend kijk ik naar zijn collega, die mij quasi gegeneerd aankijkt vanuit zijn stoel. “Lekker laten gaan”, zeg ik met een knipoog voordat ik instap. Terwijl ik gas geef, zwaai ik via de achteruitkijkspiegel naar de man. Zijn aanstekelijke lach is tot ver voorbij de slagboom te horen.

Reageren? Mail gerust naar info@verweijcopywriting.nl.

Voor het eerst verschenen in Alphens Nieuwsblad op 22-08-2018